Brief: perspectiefwisselingen
Brieven schrijven we elkaar niet meer zo vaak. Misschien wel om te solliciteren, maar niet meer om ons hart uit te storten. Daar werd de brief in het verleden vaak voor gebruikt. En je hart uitstorten gaat gemakkelijker als je met iemand praat: daarom zijn brieven vaak geschreven als een gesprek. Daar ga je mee oefenen. Hoe kun je zo schrijven dat je degene aan wie je de brief schrijft, je brief intrekt? Alsof je lezer een gesprek met jou voert?
Voor je begint: wil je eerst meer weten over het genre ‘brief’, kijk dan in het Algemeen letterkundig lexicon. Wil je een voorbeeld lezen, klik dan hier. Wil je eerst in het algemeen meer weten over hoe oefenen met genre en techniek je een betere schrijver maakt, klik dan hier.
Schrijf een korte brief van circa 200 woorden waarin je het uitmaakt met je lief, of waarin je een goede vriend(in) schrijft dat je hem/haar nooit meer wilt zien.
Herschrijf nu de brief uit de eerste schrijfopdracht en maak die meer tot een gesprek. Waar kun je het perspectief van degene aan wie je schrijft in de brief betrekken door middel van perspectiefwisseling? Als het je helpt om de brief persoonlijker te maken, kun je de brief ook met de hand schrijven in plaats van te typen.
Je kunt je eindproduct beoordelen met deze matrix.
Meer lezen?
J. Steinz, P.S. Van liefdespost tot hatemail: de 150 opmerkelijkste Nederlandse brieven. Amsterdam 2019.
T. Simons, ‘‘Ik heb ook nu niet uijt mij alderbest geschreven’. Achttiende-eeuwse brievenboekjes en de gekaapte brieven van Aagje Luijtsen‘, De Achttiende Eeuw 41 (2009), 169-193.