Prentenboek: verwoord en verbeeld je verhaal
Een boek met veel plaatjes en weinig tekst, noemen we een prentenboek als die plaatjes en tekst samen een verhaal vertellen. Wat er in de (korte) teksten niet staat, moet de lezer aanvullen door goed naar de plaatjes te kijken. Meestal is een prentenboek bedoeld voor kinderen, maar dat hoeft niet. En zelfs als het voor kinderen bedoeld is, kan het door de combinatie van plaatjes en tekst over ingewikkelde onderwerpen gaan.
Voor je begint: wil je eerst meer weten over het genre ‘prentenboek’, kijk dan op Prentenboek.nl. Wil je een voorbeeld van een prentenboek leren kennen voordat je er zelf een gaat maken, kijk dan hier naar Iconomanie, of Zoo maken de kinderen een prentenboek uit 1869, waarin uitgever J. van Egmond de plaatjes alvast klaarzette voor kinderen die een prentenboek wilden maken. Wil je eerst in het algemeen meer weten over hoe oefenen met genre en techniek je een betere schrijver maakt, klik dan hier.
Bekijk deze video van prentenboekmakers Marie-Louise en Mark Sekrève. Ze vertellen daarin hoe ze via een idee naar een verhaal voor hun prentenboek toewerken. Zet na het kijken deze stappen:
- welk idee of welke gedachte wil je in je prentenboek kwijt?
- kun je dat idee in één zin vatten? Zet in die zin je hoofdpersoon, en de actie waar het verhaal rond die hoofdpersoon om draait. Dus iets wat vergelijkbaar is met ‘Giraf schrijft “giraf”‘.
- bedenk 3 plaatjes met tekst die dat verhaal kunnen vertellen. Maak een schema met 3 vakken, en omschrijf in die vakken de plaatjes die je zou willen maken en geef in steekwoorden of korte zinnen aan wat de tekst zou moeten worden;
- samen moeten plaatjes en tekst een verhaal vertellen, dus zoek naar wat spanning tussen plaatjes en tekst. Met welke tekst kun je je lezer laten nadenken over het plaatje, en hoe wordt het verhaal zo stapje voor stapje verteld?
Kijk nog eens goed naar wat je in de schrijfopdracht maakte. Kun je met plaatjes en tekst die elkaar nog meer aanvullen, je ontwerp verbeteren?
Je kunt je eindproduct beoordelen met deze matrix.
Deze oefening werd gemaakt met hulp van Berend van der Hijden.
Meer weten?
- Aletta Kwant, Geraakt door prentenboeken. Effecten van het gebruik van prentenboeken
op de sociaal-emotionele ontwikkeling van kleuters. Delft, 2011, Stichting lezen. - Saskia de Bodt, [selectie uit] Prentenboeken, ideologie en illustratie, 1890-1950. Ludion, Amsterdam 2003, p. 9-49.
- Piet Mooren, ‘Het prentenboek in de kinderboekenkritiek: de ontdekking van een traditie.’ In: Piet Mooren, Het prentenboek als springplank. Cultuurspreiding en leesbevordering door prentenboeken. SUN, Nijmegen 2000, p. 180-250